Wie gaat het lezen?
Hoe spannend is het? Je eigen boek uitgeven. Zolang je aan het schrijven bent is het alleen van jou. Lekker veilig staat het in een bestandje op je computer. Alleen jij leest het. Alleen jij ziet het. Maar het moet een keer naar buiten. Je vraagt eerst wat familieleden of goede vrienden of zij het willen lezen. En of ze hun mening willen geven. Dat bezorgt je al de kriebels. Maar als ze dan enthousiast reageren – wat ze uiteraard doen, ze houden van je – dan durf je heel voorzichtig nog eens iemand anders te laten kijken. Iemand die wat verder van je af staat. Of misschien zelfs een vreemde voor je is. Iemand die er wellicht wat meer verstand van heeft, die bekend is met het schrijverswereldje. Kortom, een professional.
En dan gebeurt er iets. Want diegene heeft niet alleen lovende woorden. Deze persoon is nuchter, bekijkt het zakelijk. En heeft nogal wat aanmerkingen. Dat is in eerste instantie even slikken, het doet toch pijn. Want je was stiekem best trots, nadat je dierbaren zo positief waren.
Maar als je van de eerste schrik bent bekomen en je overtuigd bent van jezelf, blijf je overeind. Je recht je rug en haalt diep adem. Hé, dit wilde ik toch? Een eerlijk oordeel? Je likt je wonden en gaat aan de slag. Want eerlijk is eerlijk ze had wel een punt. Dus ga je schaven en aanpassen. Je herschrijft en nuanceert. En zo ontstaat een strakker verhaal. Een beter verhaal. En een sterkere auteur. Huh? Jazeker, je hebt namelijk wat eelt op je tere ziel gekregen.
Smaken verschillen
Maar ondanks dat laagje eelt, blijft het reuze spannend. Echt waar, ik sterf duizend doden.
’s Nachts wordt ik vaak zwetend wakker en ik geloof niet dat mijn hormonen daaraan ten grondslag liggen. Vervolgens lig ik uren wakker en er is maar een onderwerp dat in mijn hoofd blijft spoken: Mijn boek.
Uiteindelijk wint het stukje eelt het toch en eis ik van mezelf dat ik het loslaat. Ga slapen, mens; het is niet meer aan jou. Ik heb mijn ziel en zaligheid in dat boek gelegd, en nu is het klaar. Op het moment dat ik die groene button aanklikte, gaf ik mezelf over. Alsjeblieft. Dit is het. Dit is van mij. Vind ervan wat je ervan vindt.
Iedereen die het leest heeft er straks een mening over. En dat mag, is mijn mening. ?
Mijn man – overigens de beste coach ever – zegt dan doodeenvoudig: Schat, er zijn zoveel mensen, die hebben allemaal hun eigen smaak. Je kunt niet iedereen tevreden stellen.
Vind jij alle boeken leuk? Eh, nee. En met muziek is het net zo. De een is gek van Jan Smit, de ander zal nooit zijn liedjes draaien. Hetzelfde geldt voor Marco Borsato, voor Bløf, voor Anouk. Die hebben veel fans, maar echt niet iedereen houdt van hun muziek. De een vindt het geweldig, de ander zoekt liever wat anders.
Klopt.
Een diepe zucht. Ik denk dat ik vannacht best lekker zal slapen.